Dadendrang
Ooit vreesde ik mijn eigen dadendrang,
in elke beweging zag ik spoken,
die lusteloos in mijn schaduw doken,
hun dromen verlieten voor een dodenzang.
En steeds door een stalen angst bevangen,
vastgenageld in de verkeerde stad,
hield ik stil tot ik de zekerheid had
niet te stoten op vergeefse verlangens.
Er is veel veranderd sinds die tijd,
alles is bij hetzelfde gebleven:
wat nog zweefde een voldongen feit,
wat nog hing een vastgelopen leven.
Ondergedompelde steden schreien,
hun straten als geopende dijen.
( 1992 )
Ooit vreesde ik mijn eigen dadendrang,
in elke beweging zag ik spoken,
die lusteloos in mijn schaduw doken,
hun dromen verlieten voor een dodenzang.
En steeds door een stalen angst bevangen,
vastgenageld in de verkeerde stad,
hield ik stil tot ik de zekerheid had
niet te stoten op vergeefse verlangens.
Er is veel veranderd sinds die tijd,
alles is bij hetzelfde gebleven:
wat nog zweefde een voldongen feit,
wat nog hing een vastgelopen leven.
Ondergedompelde steden schreien,
hun straten als geopende dijen.
( 1992 )