In Exilio
Ik ben als zonlicht over zerken
eens te vroeg door de dood bezocht.
Op mijn hoogste uur ontblootte hij zijn werken,
ik zag hetgeen ik reeds vermoedde - en ik vocht.
In de luwte van marmer verdreef en verraadde
ik mijn laatste vriend; ik mocht blijven
rusten en ruggelings op het zwarte drijven -
in hartstocht de genade.
( 1992 )