Onvermoede Winden
Waar rivieren zich melden bij de zee,
hun stromen zich schikken naar haar wegen,
waar luchten zich mengen onder regen,
als weke koekjes in dampende thee.
Waar geen sterveling zich op zal houden,
geen levende ziel een dag langer blijft,
waar menig mens verkilt en dan verstijft,
geluidloos roept om zijn vertrouwden.
Op deze plaatsen lig ik verborgen,
een verscheurd lichaam in een open wond,
een bittere domper op de morgen
die, zonder zichzelf te verblinden,
de gewraakte nacht stilaan vermomt
en me voert langs onvermoede winden.
( 1994 )
en me voert langs onvermoede winden.
( 1994 )