Het Falende Licht
Het falende licht is me gebleven,
een opgelegde gave die verkrampt
in het zicht van de haven, verweven
met gestolde chaos, vergeefs ontvlamd.
En met die zoekende, zwijgende handen,
verblind en geleid door een zwalkende mond,
draag en verplaats ik gemaskerde landen,
verlos hun heuvels van versleten grond.
Dat de geschoolde schemering mag lijken
op een verlaten, overwoekerde stad,
waar alleen nog de wind zich kan verrijken,
en de zon zich vergist in het wijkende pad.
Zo geef ik een stem aan bedaarde vrees,
een schreeuw in de schemer, uiteindelijk hees.
( 1995 )