De Behoorlijke Wind ( Thuiskomst )
Waar verhalen nog worden geschreven
en door tijdwinst niet zijn uitgeput,
groet een behoorlijke wind zijn neven,
beurtelings, als waren ze ingedut.
Honderd herfsten heeft hij gezwegen,
honderd winters in een vreemde stad,
honderd lentes op verlaten wegen,
honderd zomers niet de moed gehad.
En het leek stiller in het zuiden,
eerder dan normaal werd er gerust
- hoorde niemand de klokken luiden.
En langs de hele westelijke kust
wierp zich het oosten op de morgen
- de wind die opstak baarde hem zorgen.
( 1993 )